De lokale gemeenschap aan zet door Stichting Muziek Opmeer

De lokale gemeenschap aan zet door Stichting Muziek Opmeer

Bottom-up benadering | Veel ruimte voor initiatieven uit gemeenschap | Brede doelgroep | Meerdere samenwerkingspartners | Financiering vanuit gemeente en verscheidene fondsen

'Méér muziek in Opmeer door stichting Muziek Opmeer’

Leestijd: 5 min.

In september 2017 koos gemeente Opmeer een nieuwe aanpak voor muziekeducatie met de oprichting van de stichting Muziek Opmeer. Hierbij staat de gemeente op afstand en is de lokale gemeenschap aan zet. Dat moet leiden tot een duurzaam systeem, onder andere op en rondom de scholen, waarbij álle kinderen tot 15 jaar in de gemeente in eerste instantie kennis kunnen maken met muziek, en ermee door kunnen gaan als zij dat willen. De stichting richt zich daarnaast op de toegankelijkheid van muziek voor de doelgroep 0 tot 100 jaar. We zijn nu twee jaar verder. Hoe pakt deze nieuwe werkwijze uit voor Opmeer? We spreken met Meike Wilms (rechts) en Stéphanie Burgerhout (links), beide muziekaanjagers van stichting Muziek Opmeer.

Wat was de aanleiding om het muziekonderwijs anders aan te pakken?

Meike: ‘In 2015 werd Muziek- en dansschool Opmeer door bezuinigingen opgeheven. Dat was natuurlijk ontzettend jammer, want Opmeer is een actief dorp waarin van alles wordt georganiseerd en veel vrijwilligers actief zijn. Geert Drion, destijds betrokken als organisatieadviseur bij de gemeente, heeft toen op verzoek van de gemeente een plan geschreven om ervoor te zorgen dat muziekonderwijs beschikbaar bleef, en is vervolgens kwartier gaan maken.’

Bottom-up werkwijze

Het plan resulteerde in een innovatieve bottom-up werkwijze, die veel ruimte geeft aan de initiatieven en wensen van inwoners van en organisaties in Opmeer. Hierbij staat duurzaamheid voorop. De stichting Muziek Opmeer zorgt vanuit dat perspectief voor de verbinding van die initiatieven en wensen, geclusterd naar de domeinen binnenschools, sociaal domein en buitenschools, ook wel marktpleinen genoemd. Het maatschappelijk middenveld is hiermee aan zet en de gemeente blijft op afstand.

Bekijk ook de promovideo over Muziek Opmeer!

Het Opmeerse model werkt met ‘marktpleinen’. Leg eens uit?

Stéphanie: ´Er zijn drie marktpleinen: het onderwijs, de buitenschoolse omgeving en het sociale domein. We noemen het marktpleinen, omdat de betrokken partijen elkaar zelf opzoeken met hun eigen initiatieven en wensen. Zodat bijvoorbeeld op het marktplein onderwijs het aanbod echt aansluit bij wat de scholen en kinderen zelf willen. Het is niet iets wat wij voor hen bedenken.’

‘Als aanjagers zorgen we ervoor dat beschikbare gelden voor muziekeducatie effectief worden omgezet in programma’s en projecten. We stimuleren de samenwerking tussen de partijen op het marktplein: de scholen, de opvang, de muziekverenigingen enzovoort. We hebben aan het begin van het schooljaar altijd een gesprek met de schooldirecteuren en hun interne cultuur coördinatoren, en gaandeweg het jaar schuiven we desgewenst aan bij teamvergaderingen op de scholen. Als aanjagers kunnen we vanuit een heel brede blik input geven: als jullie school dat plan of die wens heeft, kan ik je in contact brengen met die passende vereniging of muziekprofessional.’

Waaruit bestaat het binnenschoolse aanbod?

Meike: “Alle scholen in Opmeer hebben de Impuls muziekonderwijs. Daarmee trainen ze hun groepsleerkrachten en huren ze een vakleerkracht in. Ons aanbod is vooral aanvullend, en gericht op het leren bespelen van instrumenten, verzorgd door onze professionele vakleerkrachten. Zo krijgt groep 4 bijvoorbeeld tien lessen drums, groep 5 tien lessen fluit, en groep 6 tien lessen trompet. We delen de klassen in kleine groepjes in, zodat alle kinderen voldoende aandacht krijgen van onze vakleerkracht.”

En het buitenschoolse aanbod?

Meike: “Na een les of vier peilen we of de kinderen naschools door willen gaan op het instrument. Ze krijgen dan na schooltijd nog eens 10 lessen en krijgen het instrument in bruikleen zodat ze thuis kunnen oefenen. Die lessen zijn gratis, maar we vragen wel een borg, als extra stok achter de deur. Kinderen die echt enthousiast zijn, kunnen vervolgens doorstromen naar het buitenschoolse aanbod, waarbij ze gedurende twee jaar voor € 125 per jaar les krijgen op het instrument. Er is jaarlijks ruimte voor 60 kinderen. We hebben op dit moment afspraken met onder andere de fanfare voor het lenen van de instrumenten. Ook schaffen we de komende tijd vanuit ons investeringsbudget zelf instrumenten aan. Mocht de vraag het aantal eigen instrumenten overstijgen, dan kunnen we een beroep doen op de fanfare en andere muziekverenigingen om aanvullende instrumenten uit te lenen.”

Hoe wordt dit gefinancierd?

Meike: “De gemeente faciliteert het gebouw voor muzieklessen. Stichting Muziek Opmeer heeft een samenwerkingsovereenkomst met de muziekdocenten. Het bedrag dat de ouders voor de muzieklessen betalen, vult de stichting aan. En een Opmeerse stichting, Stichting Samen, biedt ondersteuning, bijvoorbeeld als een gezin niet voldoende middelen heeft om dit te kunnen betalen.”

En wat gebeurt er zoal in het sociaal domein?

Meike: “Het sociale domein wordt gevormd door alle doelgroepen die buiten het basisonderwijs vallen: ouderen, jongeren, vluchtelingen, mensen in de bijstand, etc. We worden steeds vaker gevraagd voor aanbod voor deze doelgroepen, voor Jongerenwerk bijvoorbeeld. We waken er hierbij wel voor dat we dichtbij onze hoofddoelstelling blijven, en dat is muziekeducatie.”

Ondernemingsvorm en financiering Muziek Opmeer

De gemeente heeft een partner nodig om afspraken mee te maken, en een rechtspersoon om gelden aan over te kunnen maken. Ook vanuit externe fondsen, want zij geven geen budgetten aan gemeenten. Daar is de stichtingsvorm geschikt voor.

De stichting beheert de gelden en het stichtingsbestuur heeft vooral een controlerende rol. Daarnaast is er een adviserende stuurgroep, samengesteld uit scholen, instellingen en inwoners.

Aanjagers Meike en Stéphanie werken als ZZP’er voor de stichting en zijn aangesteld door de gemeente. Hun taak is om te enthousiasmeren, coördineren en faciliteren. De gemeente kijkt mee op afstand, door evaluaties te beoordelen en de stichting op basis van langetermijnaanvragen te continueren.

Hoe is de financiering geregeld?

De gemeente stelt geld ter beschikking voor de activiteiten, voor ondersteuning en het gebouw. Om de aanjagers te financieren, betalen de scholenbesturen ook mee via de combinatiefinancieringsregeling en uit gelden van Cultuureducatie met Kwaliteit. De kinderopvangorganisaties dragen voor activiteiten bij via matching. Deelnemers dragen zelf bij aan het buitenschoolse aanbod. De ouders betalen € 125,- per jaar voor instrumentlessen en een klein bedragje voor naschoolse activiteiten. Voor grote projecten in het sociaal domein werft Stichting Muziek Opmeer additionele gelden.

Wat hebben jullie in de afgelopen twee jaar bereikt?

Meike: “Het kost best wat tijd om contacten op te bouwen, zichtbaar en vindbaar te worden. Dat begint nu goed van de grond te komen, we beginnen ons echt te manifesteren in de gemeente. We hebben steviger contact met basisschooldirecteuren en de omliggende partijen. En dat heeft ervoor gezorgd dat op zes van de zeven basisscholen kinderen kennis maken met muziekinstrumenten. Ook zijn we begonnen aan de ontwikkeling van een leerlijn. Zo hebben we ook nauw contact met de kinderopvangorganisaties, om de aansluiting van kinderopvang naar basisscholen op elkaar af te kunnen stemmen. Dat geldt overigens ook voor de buitenschoolse opvang, waar we vanaf schooljaar 2019-2020 mee gaan samenwerken..”

“In september organiseren we het Kindermuziekfeest, een festival waarop kinderen van nul tot twaalf onder begeleiding muziek kunnen komen maken. We bieden workshops voor drie verschillende leeftijdsgroepen. Er is bijvoorbeeld een DJ-workshop, een workshop van Classic Express van het Prinses Christina Concours, workshops op het gebied van slagwerk en zang, Muziek op Schoot, het Hoorspel Hotel, en ga zo maar door. De entreeprijs kunnen we, dankzij bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Samen, Armoedegelden, West-Friesland Fonds en het Rabobank Coöperatiefonds West-Friesland en een eigen financiële bijdrage laag houden. Leuk voor kinderen, maar ook ouders beleven het muziekonderwijs mee. Dit festival is voor ons echt een krent in de pap, én het zet onze stichting nog eens extra op de kaart.”

Als andere gemeenten het Opmeerse model willen overnemen, heb je dan tips?

Meike: “Zeker! Het werkt heel goed om met tenminste twee aanjagers te werken, liefst met verschillende achtergronden. Stéphanie werkte hiervoor als leerkracht en directeur op verschillende basisscholen en kent het primair onderwijs goed, en ik ben als docent muziek goed op de hoogte van kwalitatief muziekonderwijs. Zo vullen we elkaar mooi aan. Verder zou ik aanraden om de afspraken die je maakt met de organisaties waarmee je samenwerkt goed vast te leggen, zodat die afspraken ook helder blijven als er mensen vertrekken. Ook op verschillende niveaus: maak afspraken op koepelniveau én op schoolniveau, zodat men zich op beide niveaus blijft committeren aan het muziekonderwijs. En je kunt niet te snel gaan. Je hebt wat tijd nodig om contacten op te bouwen en je te manifesteren. Soms duurde het ons te lang, maar dan kwam er ineens weer iets moois op ons pad.”

“Muziekles is nu toegankelijk voor iedereen”

Directeur Rein Swart en Ton Koelemeijer, leerkracht en coördinator muziekactiviteiten

De basisscholen ’t Ruimteschip in Opmeer en de Bonifatiusschool in Spanbroek maken gebruik van mogelijkheden die Stichting Muziek Opmeer biedt om muziekles in te bedden in het onderwijs. Alle leerlingen krijgen instrumentale lessen onder leiding van een vakdocent. Directeur Rein Swart en Ton Koelemeijer, leerkracht en coördinator muziekactiviteiten, vertellen over hun ervaringen.

Waaruit bestaat het muziekonderwijs op jullie basisschool?

Rein: ‘We hebben een vakleerkracht muziek die in alle groepen bij toerbeurt muziekles geeft. Haar lessen zijn de basis voor de muzieklessen die de groepsleerkracht zelfstandig geeft. We zetten de vakdocent nu nog in vanuit de impulssubsidie, maar we hebben formatie vrijgemaakt, zodat zij ook daarna blijft. Daarnaast bieden we dit schooljaar voor de derde keer kennismakingslessen muziekinstrumenten aan, in samenwerking met Stichting Muziek Opmeer.’

Ton: ‘Per leerjaar staat één instrument centraal: slagwerk, keyboard, trompet, dwarsfluit en gitaar. Eerst zes weken kennismakingsles onder schooltijd, daarna mogen leerlingen nog tien lessen volgen na schooltijd, maar in de school. En wie door wil, kan twee jaar buitenschools les krijgen tegen een gereduceerd tarief.’

Hoe ziet de samenwerking met Stichting Muziek Opmeer eruit?

Ton: ‘Wat heel goed werkt, is dat Meike en Stéphanie daar ons vaste aanspreekpunt zijn. Als aanjagers komen zij met plannen of ideeën, samen sparren we daarover, en dan kijken wij hoe we dat kunnen uitvoeren. En andersom: als wij met een initiatief komen, overleggen we met hen hoe en met wie we dat voor elkaar krijgen. Ze hebben een uitgebreid netwerk.’

Rein: ‘Daarbij is ook belangrijk dat we Ton hebben als vaste coördinator van onze kant. Hij zorgt ervoor dat het gebeurt. De aanjagers weten dat ze met elke vraag terecht kunnen bij een coördinator die het regelt op leerkracht- en kindniveau.’

Hoe zou het muziekonderwijs eruit zien zonder de Stichting Muziek Opmeer?

Ton: ‘Toen de muziekschool ophield, zette ik daar grote vraagtekens bij. Maar achteraf hebben we geluk gehad dat de gemeente de Stichting Muziek Opmeer in het leven heeft geroepen. Op eigen kracht hadden wij ook muziekonderwijs gehad, maar niet op dit niveau.’

Rein: ‘Muziekles is toegankelijk voor iedereen, dat is echt een positief effect van hoe het nu geregeld is. De muziekschool werd vooral benut door kinderen die talent hadden, of die van huis uit gestimuleerd werden. Nu zie ik dat kinderen door de proeflessen de gitaar ontdekken en doorgroeien in hun muzikale ontwikkeling. Ze worden al op school enthousiast gemaakt.’

Wat zijn de toekomstplannen?

Ton: ‘We hebben een lokaal ingericht als muzieklokaal waar dankzij Muziek Opmeer altijd instrumenten beschikbaar zijn. Mijn ideaal is dat het vanzelfsprekend wordt dat kinderen daar ook tussen reken- en taalles even langskomen om vijf minuten lekker te tokkelen. We hebben de spullen en de ruimte, kom maar op!’

Rein: ‘Hoe we nu al inzetten op muziek, met een vakleerkracht en instrumentlessen, heeft ook te maken met onze droom voor ’t Ruimteschip en de Bonifatius: we werken toe naar een nieuwe brede school. Waar muziekles en aandacht voor instrumenten een vaste belangrijke plek innemen, van de faciliteiten tot de formatie en het curriculum.’

Bekijk ook

  • Good Practices

  • Subsidieregeling Professionalisering Muziekonderwijs Pabo

  • Structureel muziekonderwijs voor alle basisschoolkinderen in het Caribisch gebied