In gesprek met directeur-bestuurder Maaike Kramer

In gesprek met directeur-bestuurder Maaike Kramer

Muziek als rode draad in de lesweek | Leerkrachtenteam met veel specialisten | Leren luisteren met muziek | Financiering door ondernemerschap

‘Mijn droom is dat alle scholen weer gaan swingen’

Coverbeeld: SetVexy Leestijd: 3 min.

Op de Eerste Westlandse Montessorischool Monster speelt muziek in de klas een belangrijke rol. Hoe is het muziekonderwijs hier geregeld, en wat kunnen andere scholen leren van bijzondere aanpak op deze school? Een gesprek met directeur-bestuurder Maaike Kramer.

Waarom vind je muziek in de klas belangrijk?

‘Muziek is belangrijk voor het leren én voor het leven. Het maakt het leren leuker en makkelijker. Bijvoorbeeld als je een liedje maakt om iets te leren, maar ook als je een bepaalde toon gebruikt om de aandacht van de groep te vragen: muziek helpt op heel veel manieren in het proces van het leren. En als je als kind veel in aanraking komt met muziek, dan helpt dat je ook in het leven. Dat is ook mijn persoonlijke ervaring: zingen en musiceren geeft voldoening, een prettig gevoel, het is een middel tot verbinding. Kinderen helpt het om doorzettingsvermogen te verwerven, om te verbroederen in de groep, en het is goed voor hun motorische en neurologische ontwikkeling.’

Jullie zijn een montessorischool. Speelt muziek daar een bijzondere rol?

‘Een van de pijlers van het onderwijs is volgens Maria Montessori: begin met het openzetten van je zintuigen. Dus daarin past het kunnen luisteren naar muziek, het onderscheiden van muziek, luisteren naar verschillende tonen en klankkleuren. Hele kleine klankverschillen ontdekken, dat helpt bij het ontwikkelen van je zintuigen die je nodig hebt voor al het leren. Je gehoor opvoeden is een vanzelfsprekend onderdeel van het onderwijs.’

Hoe ziet het muziekonderwijs op jullie school eruit?

‘Het basisaanbod is elke week drie kwartier tot een uur muziek per groep, verzorgd door een vakleerkracht. Maar muziek is ook verweven met de reguliere lessen en groepsactiviteiten. We hebben bijvoorbeeld een collectie muziekwerkjes beschikbaar, ontworpen door een muziekleerkracht: doosjes met materialen, die een klas kan lenen om een muzikale activiteit of opdracht uit te voeren.’

‘Naast de muziekles bieden we ook workshops aan van zes weken, waarvoor de kinderen kunnen intekenen. Bijvoorbeeld djembélessen of blokfluitlessen. Die workshops zitten altijd vol. En tot slot hebben we naschools cultuuraanbod in samenwerking met Westland Cultuurweb, waar muziek ook een onderdeel van is.’

Jullie hebben geen last van een lerarentekort. Hoe komt dat?

‘Met een team van veertig mensen heb ik allerlei verschillende talenten in de school. Dus als mensen hier komen werken, vraag ik niet alleen: wat ga je doen voor de klas, maar ook: wat ga je doen voor de school? Wat ben je nog meer dan meester of juf, wat is je hobby, je passie? Ik nodig mensen uit om ook dat talent te benutten. Daarom staat bijna niemand hier vijf dagen in de week voor zijn eigen groep. Een dag per week zijn ze bezig als vakdocent op hun eigen gebied: dat kan muziek zijn, maar ook gym of onderzoek. Dus collega’s die technisch geïnteresseerd zijn, bezetten een dag in de week het wetenschapslab. En dat werkt, want er melden zich heel regelmatig mensen die graag hier willen komen werken. Werken vanuit je eigen talent maakt het werk leuker en afwisselender. Daardoor hebben we ook een heel vaste club mensen; ze gaan pas weg als ze met pensioen gaan.’

‘Als mensen hier komen werken, vraag ik niet alleen: wat ga je doen voor de klas, maar ook: wat ga je doen voor de school?’

Hoe werken jullie samen met de pabo’s in de regio?

‘We werken met studenten van verschillende pabo’s; ik hou het netwerk graag breed. Naast de vakleerkracht muziek werkt op onze school op dit moment een LIO-stagiaire, een leraar in opleiding die haar eindstage bij ons doet. We merken dat het pabostudenten aantrekt dat we een muziekschool zijn, omdat ze hier de ruimte krijgen om toe te passen wat ze op de pabo leren. Ik ben heel blij dat muziekonderwijs een vast onderdeel is geworden van de pabo-opleiding, zoals de Thomas More Hogeschool in Rotterdam die samenwerkt met het conservatorium. Zo krijg je mensen binnen die een goeie juf of meester zijn én iets extra’s hebben. En studenten zelf worden er ook blij van als ze hun passie of hun hobby met hun werk kunnen verbinden.’

Hoe hebben jullie de financiering van het muziekonderwijs geregeld?

‘Voor een deel via subsidies, maar als schoolleider moet je ook ondernemer zijn. Je moet de boer op om te kijken waar er geld beschikbaar is. Daarom investeren we heel actief in ons netwerk: we zijn outgoing en we stellen de deuren open. We maken gebruik van de ondernemende omgeving hier in het Westland. Een ondernemer heeft bijvoorbeeld voor ons een kas gebouwd waar we groenles geven. Een ander voorbeeld: als we scholen ontvangen om met hen te delen wat we doen, vragen we daar een bedragje voor. Zo kunnen we na een tijd toch weer een paar ukeleles aanschaffen. Ondernemen is gebruikmaken van geld dat niet meteen zichtbaar is. Die ondernemersgeest geeft je ook een bepaalde vrijheid in denken. Denk niet aan wat moet, maar heb de moed om te denken.’

Is jullie aanpak ook geschikt voor reguliere scholen?

‘Daar ben ik van overtuigd. Het vraagt wel om een mindset van denken in kansen, niet in onmogelijkheden. Wij boffen omdat we een grote mate van autonomie hebben; we vallen niet onder een stichting. We hebben geen financiële zorgen en we krimpen niet. Maar ook als dat anders ligt, helpt het als je denkt in kansen. Op veel dingen ja zeggen, dat is een typische montessorihouding, maar dat kan elke school enorm veel opleveren. Durf risico’s te nemen: weet je niet of het lukt, maar hebt je er samen vertrouwen in dat het effect heeft? Gewoon doen! Morgen beginnen.’

‘Dat is ook het advies dat ik schoolleiders zou willen geven: laat je niet beperken door wat er bestuurlijk van je gevraagd wordt. Ontwerp je eigen onderwijs op basis van wat je denkt dat kan. Maak de leraar weer ontwerper. Ook als het om muziekonderwijs gaat: schaf niet gelijk een methode aan, die brengt je in een uitvoerdersrol. Ga zelf nadenken en vraag de kinderen wat ze willen. Ga ontwerpen in plaats van uitvoeren. Het klinkt misschien simpel, en dat is het ook!’

‘Maak de leraar weer ontwerper, ook als het om muziekonderwijs gaat.’

Wat is jouw toekomstdroom als het gaat om muziek in de klas?

‘Mijn droom is dat alle scholen weer gaan swingen. Dat alle schoolkinderen ten minste één keer in de week muziekles hebben van vakleerkracht. Ik denk dat met muziek op school ook de chagrijnigheid eruit gaat, het negativisme. Ik zou willen dat er meer waardering komt voor de opbrengsten van muziek en van alles wat we doen naast taal en rekenen. Kwalificaties en vaardigheden zijn maar een deel van wat je bent als kind. Je gaat niet alleen naar school om je voor te bereiden op het voortgezet onderwijs, je gaat naar school om je voor te bereiden op het leven.’

Tips van Maaike Kramer

  1. Iedere leerkracht kan muziekles geven
    ‘Er wordt vaak gezegd dat leerkrachten zichzelf niet in staat achten om goede muziekles te geven. Maar dat hoeft geen belemmering te zijn. Er zijn nu zoveel hulpmiddelen en websites die digitale ondersteuning bieden om goede muziekles te geven. Daar kan iedereen mee uit de voeten.’


  2. Maak cultuur onderdeel van je scholingsplan
    ‘Wij hebben jaarlijks een studiedag cultuur: dans, drama of muziek. Zorg ervoor dat je het team elk jaar schoolt op elk jaar tenminste één cultuurdiscipline. Zodat je, ook als je al lang van de pabo af bent, toch nog steeds gevoed wordt op cultureel gebied.’


  3. Leid leerkrachten altijd in paren op
    'Als je je leerkrachten altijd in een setje van twee opleidt, is er altijd een leerkracht om op terug te vallen in gevallen van uitval. Zo ben je niet afhankelijk van een persoon en zorg je ervoor dat je aanbod structureel blijft.'

Lees verder

  • Good Practices

  • Subsidieregeling Professionalisering Muziekonderwijs Pabo