Trots!

Trots!

15 nov. 2018 — Blog door ambassadeur Michel Hogenes

Voor mijn vorige blog, geschreven in de voorjaarsvakantie 2018, bracht ik een bezoek aan Anouk Diepenbroek, hoofd educatie van Het Muziekgebouw aan ’t IJ. Vakanties bieden mij de mogelijkheid (tijd) voor het bezoeken van inspirerende mensen en instellingen. Vandaar mijn bezoek in de afgelopen herfstvakantie aan een bescheiden, maar niet minder inspirerend initiatief van een zeer bevlogen dame in het Noord-Hollandse Edam-Volendam: De Muziekkamer Edam van Maisa van der Kolk.

Maisa van der Kolk

Ik ken Maisa eerlijk gezegd al zo’n 30 jaar. Ik moet namelijk bekennen dat ik lange tijd accordeon heb gespeeld. Alleen, in een accordeonorkest en bij een tweetal dansgroepen. Toen ik naar het conservatorium ging om Hammond orgel en later schoolmuziek te studeren is het accordeon wat naar de achtergrond geschoven, maar nog steeds word ik blij als ik accordeonmuziek hoor. Het accordeon is wat mij betreft een van de meest veelzijdige, maar tevens meest ondergewaardeerde instrumenten dat er is. Het is namelijk inzetbaar binnen een breed spectrum aan muzieksoorten en -stijlen. Bovendien zijn er behoorlijk wat composities specifiek voor dit instrument geschreven.   Heb ik een keer een off-day, dan kan ik kiezen uit een grote hoeveelheid opnamen van accordeonmuziek. Afhankelijk van hoe hoog de nood is, kies ik uit interpretaties van Scarlatti sonates, eigentijdse muziek voor accordeonensemble, of De Kermisklanten.

Met Maisa heb ik dus ooit volksmuziek gespeeld. Dit is wat ik zelf nauwelijks nog doe, maar waar Maisa zich nog dagelijks mee bezighoudt. Ik kan me nog herinneren dat we destijds onder andere veel Finse muziek speelden. Dit omdat Maisa’s moeder Fins is en zij zich zeer met het land en de cultuur verbonden voelt. Maar Maisa heeft zich ontwikkeld tot allround volksmuzikant met een speciale interesse voor bijzondere instrumenten, zoals de verrophone (glasorgel) en de gubal, een slaginstrument geïnspireerd op steelbands uit Trinidad. Haar Muziekkamer Edam is dan ook een soort rariteitenkabinet in de meest positieve zin van het woord.

Wat ik bijzonder vind, is dat wij Nederlanders – even generaliseren – zo weinig trots zijn op ons eigen cultureel erfgoed. Mocht je eens de kans krijgen een feest bij te wonen in een van de  Scandinavische landen, of op de Balkan, dan kan het zo maar gebeuren dat iemand een lied inzet en de hele zaal dit meezingt. Hetzelfde geldt overigens voor dansen. In Nederland kennen we dit niet of nauwelijks. Het repertoire aan Nederlandse volksliederen dat door iedereen gekend wordt, is (helaas?) zeer beperkt.

Als we het binnen het muziekonderwijs hebben over volksmuziek, dan vinden we het heel interessant om een lied van de Maori’s te zingen of een Indonesisch wiegelied op Angklungs te spelen, maar Nederlandse volksliederen/volksliedjes laten de meeste van ons links liggen, omdat dit ouderwets zou zijn. Is dit eigenlijk niet een beetje jammer?

Een aantal jaar geleden gaf ik les op een VMBO-school in Uithoorn. Een Marokkaans-Nederlandse leerling vertelde mij zeer enthousiast over Raï-muziek, Algerijnse popmuziek, populair in Noord-Afrika, Frankrijk, maar ook Nederland. Ze vertelde waar ik deze muziek kon kopen, maar ook welke artiesten populair waren onder leerlingen en waarom dit zo was. Dit was voor mij de aanleiding om me te verdiepen in wereldmuziek. Zowel in volksmuziek als in eigentijdse muzieksoorten en -stijlen.

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Het bijzondere van muziek is dat het enorm veel verschijningsvormen kent: klassiek, pop, jazz, musical, wereldmuziek, enzovoorts. Ik vind het prachtig als mensen gepassioneerd over muziek kunnen praten die hun voorkeur heeft. Dit zouden we wat mij betreft ook bij kinderen mogen stimuleren. Als leraar basisonderwijs, vakspecialist muziek of muziekdocent kun je de muzikale wereld van kinderen verbreden en verdiepen. De bekende Amerikaanse hoogleraar muziekeducatie Patricia Campbell schreef in 2004: 

“When children and youth are led by teachers into deep-listening experiences with music, they can discover gems of artistic and social expression, and sometimes even discover new meanings of what music that has always seemed so familiar to them.” 

Hier ligt voor ons volwassenen, werkzaam in het onderwijs, nog een schone taak. Een taak die ik op mijn pabo en tijdens workshops met leerkrachten zeer bescheiden oppak door voor een breed lied-, speel- en luisterrepertoire te kiezen.

Een tip: Voor wie in Edam komt; breng eens een bezoek aan de Muziekkamer Edam en laat je inspireren door de bevlogen initiatiefnemer van deze kamer. De Muziekkamer is open op afspraak (www.demuziekkameredam.nl). Om mezelf wat meer in de Nederlandse volksmuziek te verdiepen, ga ik de volgende vakantie maar eens naar het Meertens Instituut, het instituut voor onderzoek en documentatie van Nederlandse taal en cultuur. Maar misschien moet ik daar toch maar eerder tijd voor vrijmaken. Ik ga m’n best doen…

Dr. Michel Hogenes is docent aan de pabo van De Haagse Hogeschool en de opleiding Docent Muziek en de Master Kunsteducatie van Codarts, Rotterdam. Daarnaast is hij voorzitter van Gehrels Muziekeducatie. Bekijk hier het profiel van Michel Hogenes.

Nieuwste artikelen

  • Start nationale Sing & Dance UP! campagne

    18 mrt. 2024

  • ‘Kunstonderwijs moet een dagelijks iets zijn op het mbo’

    18 mrt. 2024

  • Koningin Máxima bij Art Camp mbo in Zwolle

    13 mrt. 2024